Mensen met een lagere sociaal-economische positie (SEP) leven gemiddeld 6 jaar korter en 15 jaar korter in goede gezondheid dan mensen met een hogere SEP. Hoe kan de gezondheid van mensen met een lagere SEP effectief bevorderd worden?
Er bestaan veel interventies in Nederland die inzetten op preventie en de gezondheid van de bevolking proberen te bevorderen. Helaas blijken de meeste van deze interventies bestaande gezondheidsverschillen juist te vergroten, omdat ze vooral effectief zijn voor mensen met hogere SEP en een reeds betere gezondheid. Een van de redenen hiervoor lijkt te zijn dat huidige interventies te veel uitgaan van zelfredzaamheid en voldoende ‘doenvermogen’ van de burger. Echter is dit vermogen voor veel mensen, en vooral voor mensen met een lagere SEP, beperkt.
In lijn met de doelstellingen binnen het Nationale Preventie Akkoord, wordt in dit project onderzocht welke gedragsinterventies effectief zijn in het bevorderen van de gezondheid van mensen met een lagere SEP. Door middel van experimenten (in het lab en in de praktijk) worden verschillende technieken die in mindere mate afhankelijk zijn van het ‘doenvermogen’ van mensen, zoals nudging, onderzocht. Hierbij wordt getoetst of dit soort technieken effectief zijn in het stimuleren van gezondheidsgedrag voor een brede groep mensen en of deze technieken helpen om gezondheidsverschillen tegen te gaan. Daarnaast wordt onderzocht hoe deze inzichten vertaald kunnen worden naar effectiever beleid en bestuur.