Project

Protocol los & evaluatie effectiviteit van DM2-ketenzorg

“Uit mijn onderzoek is allereerst naar voren gekomen dat de door het NHG aanbevolen monitoring van patiënten met diabetes type 2 sterk verbetert wanneer huisartsenpraktijken zich aansluiten bij een zorggroep,” vertelt Van Bruggen. “Dit is niet alleen een administratieve verbetering. We hebben namelijk ook onderzocht of monitoring samenhangt met HbA1c-uitkomsten. Bij patiënten die volgens de NHG-richtlijnen voldoende gemonitord worden, is het HbA1c gemiddeld zo’n 2 mmol/mol lager dan bij patiënten die onvoldoende gemonitord worden.“ Onvoldoende monitoring is dus de facto een ‘rode vlag’ voor de HbA1c-uitkomsten.

De volgende stap was een vergelijking van verschillende sociaal-economische-status (SES-)gebieden binnen de zorggroepsetting. Van Bruggen: “Hoe beter de SES, des te beter de monitoring – althans, dat was het beeld dat uit de ruwe analyse naar voren kwam.”  Toen de analyses werden verfijnd, met correctie voor een aantal patiëntkenmerken en de natuurlijke variatie per praktijk, bleek er niet langer sprake van significante verschillen. “Oftewel,” aldus Van Bruggen, “binnen de zorggroepsetting werken sociaal-economische aspecten in feite niet door in de monitoring van diabetespatiënten. Een interessante bevinding – te meer aangezien patiënten in een kwetsbare SES-omgeving nog meer profijt hadden van goede monitoring. Bij hen was het aan monitoring gerelateerde HbA1c-verschil maar liefst 3,3 mmol/mol.”  

Tenslotte heeft Van Bruggen ook onderzocht wat er gebeurt wanneer goed georganiseerde praktijken het diabetesprotocol loslaten en aan de slag gaan met persoonsgerichte zorg. Dit gaf inzicht in drie randvoorwaarden voor succesvolle implementatie van persoonsgerichte zorg: 1) stem je interventie af op de behoeften van je populatie, 2) zorg voor een goede samenwerking binnen het praktijkteam, en 3) let erop dat de interventie voldoende geschikt is voor implementatie. Ook werd duidelijk dat het aantal patiënten met aanbevolen monitoring significant afneemt wanneer het protocol wordt losgelaten. Van Bruggen: “Op grond van deze uitkomsten raden we aan om minimaal één jaarcontrole aan te houden.” 

Zoek

Samenwerkingen