Onderzoeken

Gezondheid als sociale investering

We weten dat armoede en een slechte gezondheid vaak samengaan, waardoor (gezondheids)ongelijkheid ontstaat. De vraag is, welke rol speelt beleid uit verschillende domeinen hierin? Dit onderzoek gaat over de mechanismen tussen de macro-level instituties van de verzorgingsstaat en micro-level gezondheidsuitkomsten.

Aanleiding en doel

In Nederland leven mensen met de laagste inkomens gemiddeld acht jaar korter en brengen zij zelfs 21 jaar meer door in minder goede gezondheid dan mensen met de hoogste inkomens. Nederland is hierin geen uitzondering: in veel landen met een goed ontwikkelde verzorgingsstaat zijn de sociaaleconomische gezondheidsverschillen juist het grootst. Dit onderzoek richt zich daarom op de vraag hoe zo’n verzorgingsstaat de gezondheidsuitkomsten beïnvloedt van mensen in een achtergestelde positie.

Methodiek

Voor dit onderzoeksproject is een combinatie van verschillende kwalitatieve methoden gebruikt om zowel het micro-, meso- als macro-niveau te bestuderen. We namen biografisch narratieve interviews en vignette interviews af en deden beleidsanalyses.

Relevante (deel)resultaten

De belangrijkste bevindingen van dit onderzoek laten zien dat de levensloop van mensen in een kwetsbare positie gekenmerkt wordt door complexiteit: sociaaleconomische en gezondheidsproblemen volgen geen rechtlijnig verloop, maar vertonen grillige patronen. Middenmanagers ervaren een kloof tussen beleidsambities en de dagelijkse praktijk van hun dienstverlening. In de manier waarop zij hun ambigue rol in deze kloof verwoorden, blijkt dat de verantwoordelijkheid om de kloof te overbruggen vaak bij het individu wordt gelegd – bij de professional of bij de cliënt zelf. Tegelijkertijd blijft de noodzaak van structurele verandering onderbelicht.

Zie voor de deelresultaten de volgende publicaties:

Deze bevindingen roepen de fundamentele vraag op of de verzorgingsstaat in staat is om de complexe verwevenheid van sociaaleconomische en gezondheidsproblemen te voorkomen of te sturen. De praktische implicatie voor beleid is dat niet maatwerk alleen, maar juist universeel beleid dat toegankelijkheid vooropstelt, beter in staat is om deze groep te ondersteunen en – op termijn – gezondheidsverschillen te verkleinen.

 

Overige informatie

Dit onderzoek is onderdeel van een promotietraject dat in 2025 is afgerond.

Andere betrokkenen:

  • Natascha van der Zwan (Universiteit Leiden)

Samenwerkingen